Slome golven
We fietsen richting Veluwe. Als we de Rijn oversteken zie ik dat het water nagenoeg vlak is, slome welvingen. Fantastische rust terwijl het stormt in mijn hoofd. Ik moet denken aan dat moment op de boot, van Naxos weg, terug naar Athene, ook toen, een ongekende luwte, vol op zee.
We hebben ons voorgenomen ver te fietsen en een lekker broodje en koffie mee te nemen. Buiten is het rustig, fris, hier en daar een vogel. Telkens versnel ik om net op tijd weer te vertragen zodat Peet niet begint te sputteren. Dat gebeurt me ook altijd tijdens het joggen, als ik extreem langzaam start, maar gaandeweg toch het tempo verhoog om dan weer in te houden. Geen reden om snel te gaan op mijn leeftijd.
Peet houdt het goed vol met haar zware fiets. Gaandeweg ontstaat de route via handige paddenstoeltjes. Toch missen we een afslag, in gedachten, waarna we op een onverhard fietspad komen, door een gebied dat we niet kennen. Ik stop, stap af en loop de heide in om een foto te maken, die toch nooit vangt, wat ik ervaar. Ik deel het moment. Ik houd van de uitgestrektheid van de Veluwe, de monotonie in kleur, het bruin. De woestheid.
Peter steekt me altijd de ogen uit met zijn wekelijkse tripjes de alpen in. Lopend omhoog, skiƫnd omlaag. Ik heb het er met Petra over. Dat het hier eigenlijk niet anders is. Genoeg mooie natuur onder de voeten. Je moet het willen zien. Je moet het opzoeken en erin duiken. De goede schoenen aan.
De hele fietstocht spot ik nieuwe locaties voor de motor. Holland is, landschappelijk, te gecultiveerd. Bijna geen vrij terrein, alles optima forma, ingericht en afgebakend. Afgegrensd, bepaald en toegekend. Met de enduro moet je een beetje wars zijn van regels en aan de rand willen rollen. Onderlangs de dijken, aan de rand van boerenland, net van het pad af in het bos; alles op een manier die geen schade toebrengt aan het bezit. Het is heerlijk als je ergens komt waar bijna niemand is.
Geen geluid, geen mensen. Slome Golven.