Reservoir
Mijn moeder heeft veel pijn. Na het overlijden van mijn broertje en vader in 2003 heb ik haar geholpen met verhuizen. Daarna heeft ze nooit meer om hulp gevraagd. Een zelfstandige, sterke en koppige vrouw. Het laatste jaar vraagt ze, af en toe. Ik had in januari besloten om haar vaker te bezoeken als ze ziek wordt en het niet anders kan. Ze vindt het fijn maar ik zie dat ze heel veel pijn heeft.
Ik ken iemand die mensen op een andere manier bekijkt en zou haar graag aan mijn moeder voorstellen. Als ik mijn moeder vraag of ze er voor open staat dan geeft ze meteen mee, er is iets veranderd. Ik probeer Astrid te bereiken maar krijg haar niet te pakken. Op het moment dat ik in mijn auto wil stappen om naar een boekpresentatie te gaan belt ze terug. Ik vertel haar over mijn moeder en start de C1. Onderweg vertelt ze me over een nieuwe techniek die ze op de bank gebruikt. Ik moet lachen om het zinnetje. Ze vertelt over familieopstellingen en zelfs, over het geheim, erachter. Ik moet lachen. Ik kom het vaak tegen in mijn omgeving.
Als ik wil parkeren moet ik lang wachten. De garage is vol, koopavond in Arnhem. Ik kom vijf minuten te laat op de boekpresentatie en Vincent is al gestart. Hij heeft een boek geschreven over ‘Vijf generaties Frequin.’ Ruim een jaar geleden heeft hij mij een korte voorpublicatie laten lezen en gevraagd of ik hem kon helpen.
Vanochtend lees ik een mooi stukje tekst in een boek van Oek de Jong met de titel Cirkel in het Gras. Ik hou van Oek maar dit boek is moeilijk, veel perspectiefwissels.
“In je hoofd, in je lichaam, God mag weten waar, bevindt zich een soort reservoir, een wildernis, een dierentuin, een museum, een archief. Er wordt daar van alles bekokstoofd zonder dat je er iets van merkt. In dat reservoir ligt de hele geschiedenis van de mens opgeslagen.”
Oek de Jong
Woeste rivier
Deze week had ik een intensieve droom. Peet en ik varend, allebei onze eigen kano. Naast elkaar. Een rivier. Opeens een groot schip aan mijn linkerzijde en een acute stroomversnelling. Ik kan niets anders doen dan mij mee laten drijven en mijn volledige aandacht gaat even uit naar het recht houden van de kano met behulp van mijn gewicht. Ik vergeet Petra voor korte tijd. De kapitein van het schip uit zijn ongenoegen met de scheepshoorn. Zodra ik de kano goed in de stroom heb liggen denk ik aan Petra en onze opties. Ik zie geen mogelijkheid om in de woeste stroming aan te meren. Ze moet hetzelfde doen, het kan niet anders dan weer rustig worden.
Ik schrik wakker. Ik moet terug denken aan mijn verkeerde (?) keuze in Castellane waarbij een woeste klim door verboden terrein maar net goed afliep. Ik baal. Hoe beïnvloed mijn gedrag de mensen om mij heen? Doe ik goed?
Ik heb, bewust en onbewust, een heleboel bagage en het is moeilijk om die af te werpen. Moet ik afwerpen? Ik accepteer het, denk erover, schrijf erover en probeer het weg te sporten. Af en toe, de laatste maanden, krijg ik het niet – wil ik het niet – weggesport. Het is, vrijdagochtend, 08:45
Vanochtend open ik het boek van Vincent. Op basis van de voorpublicatie – sorry Vincent – had ik geen hoge verwachtingen maar ik vind het geweldig als mensen nieuwsgierig en creatief zijn en daar openlijk uiting aan geven. Daar draait het leven voor mij om. Ik denk dat wij in essentie scheppende wezens zijn en Vincent is nu even schrijver. Hij onderzocht de geschiedenis van zijn familie.
Een mooi idee dat ik ooit ergens las, vrij beschreven: Wie niet kan terugkijken op 3000 jaar geschiedenis leeft van hand tot mond. Ja, we hebben allemaal een hele geschiedenis, achter ons. Zijn boek leest lekker weg. Omdat het zo persoonlijk geschreven is en ik hem al wat langer ken, geniet ik van zijn verhaal.
NS
Zijn broer stelt een vraag en probeert Vincent een beetje te irriteren. “Weet jij nu wat Frequin betekent?” Zijn broer denkt het te weten maar Vincent twijfelt. Er ontstaat een spanning in de bibliotheek, op de een of andere manier tekenend voor Frequin. Vincent heeft de gewaagde subtitel aan het boek gegeven: ‘Van heibelmakers naar maatschappijmakers’. Ik zou dat graag willen aanvullen, zo vertelde ik hem, nog steeds, heibelmakers. Nu ik hier zijn woorden lees, geef ik Vincent het voordeel van de twijfel. Er is geen zekerheid. Frequin schreef zich vermoedelijk ooit als ‘De Ferrequin’ net zoals Sarton – de familienaam van mijn moeder – zich ooit schrijft als De Sarton. Het antwoord van zijn broer is dus in die zin niet correct, hoewel de betekenis vandaag wel zal kloppen. Wat is waar? Waarheden? Vertel me er een.
NNS
Als ik bijna de garage inrijd wil ik het gesprek met Astrid beëindigen. Ze heeft vaak de regie in gesprekken en geeft aandacht aan mij. Ik vind het fijn om af en toe met haar te praten maar liever zou ik wandelen. Ik ben nieuwsgierig naar haar inzicht. Nog in mijn auto denk ik na over wat ze zegt en houd mijn keuzes tegen het licht. Hoe ga ik om met mijn geschiedenis. Ik accepteer en geloof in goede bedoelingen en begrijp beperkingen. Dat laatste niet direct. Meestal word ik eerst heel erg boos, maar na enige tijd komt het begrip. Mensen kunnen soms niet anders.
NNNS
Soms moet een reservoir open gegooid worden. Zoals in Castellane het stuwmeer, waarbij miljoenen liters razen door de Gorge op zoek naar Lac de Saint Croix.
NNNNS
Hey Astrid, wat vind je ervan :) Ik heb een giga glimlach op mijn gezicht.
NNNNNS
Hey Vincent. En nu?