Ik heb al-Tijd

Vanochtend, opeens opnieuw bewust, bewust dat tijd het meest waardevolle geschenk is dat je kunt geven. Al-tijd om naar iemand te luisteren, al-tijd om iemand iets te vertellen en al-tijd .. om samen iets te doen.

Zaterdag was ik jarig. De meest vreemde verjaardag ooit. Ik ben op weg naar mijn moeder die heel erg bang is om ziek te worden. Ze kan er niets aan doen. Ze kijkt nieuws. Ik vertel haar dat we buiten gewoon buiten een stukje kunnen lopen en dan op een bankje aan de Swalm een appelflap kunnen eten. Ik geef haar een kus .. met de punt van mijn schoen :)

Het is er heerlijk. Mijn moeder loopt één dag voor op Pasen, in haar gestreepte, vrolijke pullover. Het weer is fantastisch en de Swalm is betoverend; heerlijk meanderend door ons dorp, op weg naar de Maas. We praten bijna 3 uur lang en genieten van de natuur. De natuur die lacht.

Daarna terug naar huis. Heerlijk, met 95 kilometer per uur naar Arnhem. Door Golven van Geel, de boterbloem, vrijwel de gehele weg, de berm vol in bloei. Zo mooi samen met het gras en de heldere hemel. Pasen in optima forma.

Ik ben met Oscar en we eten aan de Rijn. Benen over de rand van de kade, de eenden eten mee. Salade, stokbrood en natuurlijk Corona. We maken een heerlijke wandeling van brug over brug.
Later in de stad krijgen we een waarschuwing van Mijnheer Agent; het drinken van alcohol in een openbare ruimte is verboden conform verordening no. bla bla bla. Het is zaterdagavond, 22 uur, ik vraag me af hoe hij dit deed 2 maanden geleden rond deze tijd. Twee vijftigers aan de rand van een vijver én een flesje bier.
Op zijn vraag om mijn ID geef ik hem mijn donorregistratiebewijs. Hij bekijkt het kaartje. Zou hij zien dat ik vandaag jarig ben? Ik vertel het maar niet. De grappenmaker. Ze weten niet beter. Ach, hij had ook een prent kunnen geven, als herinnering aan deze dag; ik heb de dopjes nog.

’s Avond laat belt Jeroen.

Ik weet, dat hij weet, dat ik jarig ben. Geboortedata staan in zijn geest gegraveerd. Ik neem het telefoontje aan en spreek lang met hem hoewel het al erg laat is. Met Jeroen heb ik soms goede gesprekken maar vaak ook erg eenzijdig en repeterend. Ik weet dat het belangrijk voor hem is én vaak ook leerzaam voor mijzelf.
Jeroen is een heldere spiegel. Hij vergeet nagenoeg geen opmerking, zin of gebeurtenis dus ik moet altijd goed ‘bij de les’ blijven.

De volgende dag vertelt iemand mij dat het goed is dat ik mijn tijd met hem deel.

Tijd

Een half jaar geleden, ik rijd met Giovanni op weg naar de supermarkt. Hij draagt een horloge. Ik vraag hem ernaar en hij zegt: ‘dit horloge herinnert mij eraan dat tijd mijn waardevolste ‘bezit’ is. Ik vind het mooi en lach. Hij kan ook zo grappig vertellen die gast!

Ik besluit het horloge te gaan dragen dat ik ooit van Harry kreeg. Een dubbele confrontatie. Ik wil. Niet makkelijk.

Tijd, ik heb moeite met dat woord. Als ik mensen vraag om samen iets te doen dan worden vaak de woorden ‘ik heb geen tijd‘ opgenomen in het antwoord. Vaak kan ik het dan niet nalaten om te irriteren en vertel ze dat ze prioriteit moeten stellen.
Zo ook vandaag, ik nodig iemand uit voor een wandeling. ‘Geen tijd’. Natuurlijk, als je afspraken hebt is dat geen probleem maar zeg dan niet ‘geen tijd’. Vertel gewoon dat je iets anders gaat doen. Ik raak altijd geïrriteerd bij de opmerking ‘geen tijd’.

Enfin, volgende week ga ik weer naar Swalmen. Dan neem ik ook kussentjes mee voor moeders want het bankje zat redelijk hard hoewel zij genoeg zitvlees heeft :). Oké, oké, een kussentje voor mijzelf. En dan ook koffie in de thermoskan.

Tijd .. kun je maken. Ik heb al-tijd!