Bot op bot
Ik ben er klaar mee. Een hele tijd heb ik het toegestaan met bedenkingen meegedaan, die vreemde beweging van mens tot mens, ellebogen als vervanging van handen schudden of omarmen.
Vrijdag, onderweg naar een borrel besluit ik ermee te stoppen. Ik vind het gewoon helemaal niets, bot op bot, hoe goed ook bedoeld. De eerste die ik ontmoet is Erwin. Hij wil groeten met een elleboog. Ik doe het niet. Enkele uren later, gelukkig, geven we elkaar de hand en een energieke omhelzing.
Gisteren, op weg naar het zuiden, weet ik dat ik opnieuw die situatie krijg als ik de tegenstanders ontmoet. Ik kom wat laat de tent binnen en de eerste komt al op me af. Ik maak een woeste opmerking dat ik daar helemaal klaar mee ben en loop de ogen af. We lachen en gaan de baan op.
Nee, ik doe er niet aan mee. Ik kijk je aan, als je durft.
Het is lekker, alleen onderweg, mijn auto, de snelweg, muziek. Het is rustig, bijna niemand voor me, richting maan – blue moon – de weg verlicht. Zo nu en dan een splitsing.