Brug, uit het verleden
April 2003, een zaterdag aan het eind van de maand. Appartement van David leeg halen. Ik ben er vroeg, alleen. Mijn vader ligt in het ziekenhuis, mijn moeder bij hem. Luca en Petra in Arnhem. Ik ben alleen, alleen in de ochtend. Ik weet dat zijn vrienden later die dag komen helpen maar nu ben ik alleen, in het appartement van David, ergens in Helmond, een troosteloos flatgebouw.
Ik ben er een paar keer geweest. Niet vaak. Er staan een paar meubels nog van ons. Het is onwaarschijnlijk, door zijn appartement te lopen, in zijn appartement te zijn terwijl hij er niet is. Het is idioot. Ik kon niet meer, op dat moment, ik was nog niet zo ver, liep nog achter, overvraagd. Net zelf vader geworden en tegelijkertijd onze vader terminaal. Ha, terminaal, dat zijn we allemaal. Wat een lelijk woord. Spuuglelijk.
Sinds een paar maanden oefen ik. De gitaar die ik 18 jaar geleden uit zijn appartement heb meegenomen, staat al die tijd te wachten in zijn standaard. Ik weet dat de brug kapot is, los gekomen van het bord, hangend aan 2 schroeven in het goedkope hout. Elke keer als ik hem stem, door de jaren heen, de snaren op spanning breng, scheurt hij verder in.
Ik kon slechts vier akkoorden, The House of the Rising Sun. Meer niet. Nooit verder gekomen. Ik had er het geduld niet voor of de wil om tijd vrij te maken. Tot die ene avond bij Dollars, een paar maanden geleden, de dag erna begin ik. Eerst via YouTube, direct vele uren. Het moet. Niet op zijn piano, wel op zijn gitaar. Een paar dagen later leen ik de gitaar van Oscar. Uren, gemaakt, aan het maken, nog te maken. Ik ben weg als ik mijn hand op de hals leg en mijn ellenboog over de kast. Tijd gaat voorbij.
Hij stond op zolder, ergens in een hoek. Ik speelde er nooit meer op, kapot, kon, durfde, hem niet nog een keer te stemmen. Een paar dagen geleden doe ik het toch en speel, opnieuw. Nu ken ik alle akkoorden en hij klinkt eigenlijk best lekker, warm. Ik maak hem schoon en besluit de brug te laten repareren, door Sjonnie, Sjonnie Gitaar, – waarschuwing, retro website – die introverte gitaardocent met zijn authentieke gitaarwinkel.
Ik bedenk me ’s nachts dat ik de snaren wil houden. Hier heeft hij op gespeeld. Zijn DNA, daar nog ergens, verstopt, tussen de ijzeren wikkels om het nylon. Stel je eens voor. Zijn DNA in de vorm van microscopisch kleine huidschilfers, verstopt.
Ik knip de snaren uit de gitaar en wikkel ze samen. Ik kan hier zo veel mee doen, met deze 6 snaren, zo veel potentieel maar ik laat ze even zo, ingewikkeld, vooralsnog, vast gezet met een tiewrap. Het nylon, net glasvezel, een middel tot dataoverdracht, ja, natuurlijk, snaren, opgespannen, aangeslagen, dragen data over in de vorm van trilling. Licht door het nylon.
Snaren, opgespannen, doorgeknipt, brug hersteld.
Sjonnie vraagt of hij hem opnieuw mag besnaren, ik zeg ja, doe maar. Ik kan het zelf ook maar die nieuwe snaren zijn niet belangrijk. Dat mag Sjonnie doen. Ik weet dat hij het beter afwerkt dan ik in mijn non chalance, dan klinkt en speelt het beter.
Brug naar het verleden, hersteld.
Geboren, 25 december 1971, ha, heilig. Dat verzin je niet tenzij je die fantastische grondlegger van het christelijke geloof wilt geloven.