Close
Het is zaterdagochtend. Lang uitgeslapen na een avondje stappen met Thijs. Ooit een gedreven stagiair, tegenwoordig een vriend. Ik had hem niet veel te leren. Gedrevenheid is de bepalende factor bij commercieel succes. We nemen ons voor het niet te laat te maken omdat we beiden een volle zaterdag hebben maar dan toch, wordt het laat en slaap ik uit.
Ik vind het altijd heerlijk om op de ‘vrije’ dagen in de ochtend te lezen. Een van de schrijfsters die vaak voorbij komt, is Maria Popova. Vanochtend met een mooi gedicht:
Close is what we almost always are: close to happiness, close to another, close to leaving, close to tears, close to God, close to losing faith, close to being done, close to saying something, or close to success, and even, with the greatest sense of satisfaction, close to giving the whole thing up.
Our human essence lies not in arrival, but in being almost there, we are creatures who are on the way, our journey a series of impending anticipated arrivals. We live by unconsciously measuring the inverse distances of our proximity: an intimacy calibrated by the vulnerability we feel in giving up our sense of separation.
To go beyond our normal identities and become closer than close is to lose our sense of self in temporary joy, a form of arrival that only opens us to deeper forms of intimacy that blur our fixed, controlling, surface identity.
To consciously become close is a courageous form of unilateral disarmament, a chancing of our arm and our love, a willingness to hazard our affections and an unconscious declaration that we might be equal to the inevitable loss that the vulnerability of being close will bring.
Human beings do not find their essence through fulfillment or eventual arrival but by staying close to the way they like to travel, to the way they hold the conversation between the ground on which they stand and the horizon to which they go. What makes the rainbow beautiful, is not the pot of gold at its end, but the arc of its journey between here and there, between now and then, between where we are now and where we want to go, illustrated above our unconscious heads in primary colour.
We are in effect, always, close; always close to the ultimate secret: that we are more real in our simple wish to find a way than any destination we could reach: the step between not understanding that and understanding that, is as close as we get to happiness.
Author: poet and philosopher David Whyte
Gelezen via: The Marginalian
Dichtbij. Is dat hetzelfde als nabij, nabijheid? Nabij is bijna: ‘bijna is helemaal niet’. Ik vertel het de moeder van een kind, ze moet er om lachen, als ze haar auto instapt.
Deze week in een tv-serie het citaat: “never dangerously close“
80 musici klinken als 1. Van nabij- tot eenheid.
Ik las ooit ergens dat twee mensen elkaar nooit werkelijk fysiek kunnen raken. Dat er altijd een elektrische lading (polariteit) tussen de lichaamsdelen zit die voorkomt dat huidcellen werkelijk tegen elkaar aanliggen. Feitelijk zal het wel kloppen maar dan toch, is aanraking, voor mij, de elementaire vorm, van taal. Dus fck dit feitje.
NS
Gisteren BBQ bij mijn ‘surf- en snowboardvrienden’. Ik voel me er altijd goed. Complementair. Ik geef niet graag handen, liever omarm ik. Nooit zal ik een elleboogje uitvoeren.
NNS
Vanochtend lees ik ‘Knecht, alleen’ uit. Niet bijzonder interessant, wel veel herkenning, de manier waarop Bakker zichzelf en zijn omgeving beziet.
“Ik ben zo iemand die het ergens niet kan uitstaan dat mensen nooit écht samen kunnen komen. Nooit echt kunnen versmelten. Altijd blijf je in je eigen hoofd en je eigen lichaam zitten. Altijd bezie je de wereld met uitsluitend je eigen ogen.”
Hmmm, is dat zo?
Close :)