Lijnen door de tijd

Dit weekend wandel ik over een spoorbrug. Ik maak enkele foto’s. Het rangeerterrein, de lijnen spreken me aan. Als ik vanochtend naar Gijs fiets schiet het door mijn hoofd, mijn eerste treinreis, samen met David, op zeer jonge leeftijd, van Venlo naar Rome.

Onze ouders zetten ons af op de slaaptrein. Mijn vader spreekt met de conducteur, of hij op ons wil letten. Ik kan niet meer dan 12 zijn geweest. We vinden het gaaf, samen naar Rome, een reis via Duitsland, Zwitserland en Italiƫ. We maken een lange stop in Keulen. We wagen het de trein te verlaten en lopen het station uit, om buiten te kijken. Ik zie een indrukwekkende kerk. Enkele meters, wagen wij ons, op het plein, om dan toch, al snel, terug naar het perron, de toen al oude slaapwagen in. Ik moet zo nu en dan aan die reis denken, onderweg met David. Ik heb weinig, met hem gereisd, weinig, met hem gedaan, weinig, tijd gegeven.

Ik geniet van het spoor, niet van de treinen maar van de rails, de bielsen, het grove grind erom heen. Twee naast elkaar oplopende lijnen door het landschap, in een warm en roestig bruin. Meestal recht vooruit en zo nu en dan in heerlijk flauwe bochten.

Ik heb de afgelopen jaren veel nagedacht over mijn vriendschappen. Dat ik erg gehecht ben en dat dit soms moeilijk is; verwachtingen. Bij wie voel ik me goed, bij wie niet? Van wie leer ik, wie laat mij mezelf, van wie word ik vrolijk of krijg ik energie? Vriendschappen in de tijd, als rails, soms parallel, elkaar naderend, samen komend om even later, afstand te nemen.
Ik vorm in gedachten, meerdere lijnen in een horizontaal vlak. Ik probeer het een keer uit te tekenen maar dat is niet mijn ding :) Krijg het niet zoals ik wil en kom niet verder dan een schets, ik neem er ook de tijd niet voor. Eigenlijk is het visueel heel eenvoudig, als het rangeerterrein, een van de mooiste plekken. Als ik menselijke artefacten mag waarderen, dan toch wel spoorrails, rangeerterreinen en spoorbruggen. Mooi. Convergerend, divergerend, in de tijd. Het is.

NS
Mooie begrippen, convergeren, divergeren, parallel, kruisen, en het niets, het cijfer nul, het-niet-zijn. Begrippen uit de wiskunde, de universele taal. Grappig beschreven in ‘De Stelling van de Papegaai‘.