Giacomo
Gisteren, een vreemde dag, na een overgeslagen nacht.
Vandaag. Ik sta vroeg op en lees. Lees over de manier waarop we rouwen wanneer iemand die ons lief is overlijdt. Over het verschil in benadering tussen gelovig of seculier levende mensen. Jullie begrafenis schiet door mijn hoofd. Die van jou katholiek, die van David seculier. Jij overlijdt 2 maanden na David. 69 rondjes om de zon, heb jij geleefd. 69.
Wij hebben nooit veel gepraat. Jij had er de tijd niet voor en ik heb nooit gevraagd. Ik was er niet rijp voor. Heb het thuis ook nooit geleerd. Alleen met mij zelf bezig: zelfbescherming, zelfontwikkeling. Natuurlijk, logisch, op die leeftijd.
En toch, als we elkaar tegen kwamen dan keek je me altijd aan en was het goed. Ik voelde dat je me lief had. Altijd was er aanraking, jouw warme hand, rustig over mijn hoofd. Die stralende ogen als jij mij aankeek.
Geen woorden nodig!
Ik herinner me een vraag van jou heel goed. ‘Hoe houd jij dit vol?‘ Jij bent op dat moment heel ziek en David is kort daarvoor overleden.
Ik blijf rustig. Als het nodig is, dan ben ik er. Ja, ik blijf graag liggen, denken, dromen en fantaseren maar opstaan zal ik, als het nodig is.
Het boek beschrijft tijd en liefde; waarom onze sterfelijkheid ons vrij maakt. God, dat is voor mij de wereld om mij heen, in al zijn facetten. God is nu, tijdloos, de schoonheid die voor mij staat. De schoonheid van mijn omgeving én de schoonheid in mij zelf. Mijn gevoelens. Wat ben ik blij dat ik ze heb! Mijn ideeën, zo ontzettend gaaf, schietend in alle richtingen. Zo veel moois, te ontdekken.
Ti Ingrazie Pappa. Ik ben blij dat ik vanuit jou en Mamma heb mogen ontstaan. Jouw ogen stralen door, in Gio en Isabelle, in mij en mijn herinnering.
Paraculo!