Ik heb geen haast
Ik zie dat er wind komt, toenemend, van 4 tot 6 Beaufort. Beslissingen. Welke planken mee, welke zeilen? Het materiaal, de masten, gieken, planken, zeilen, pakken, trapezes en het eten, klaarleggen, inladen of op het dak binden. Eerst naar de zaak om daarna, in de middag, naar het meer te rijden. De wind zou waaien tot laat deze avond. Een mooie combinatie van werk en wind.
Aangekomen, eerst naar het water toe. Kijken wat er speelt, vragen wat ze varen. 6.0, ik maak mijn keuze. De wind inschatten. Niet te klein, niet te groot, welke zeilmaat? Ik ga voor 6.0 m2.
Zeil uit de auto trekken. Uitrollen, mast erin. Giek erbij en op lengte afstellen. Mastverlenger in de mast. Onder aantrekken, de schoot op spanning. Cambers op de mast. Zeillatten meer spanning. Beneden nog een keer trimmen, voor die mooie curve, waarmee ik wind ga vangen!
Skeg onder de surfplank. Neutrale positie. Mastvoet erop. Neutrale positie. Wetsuit aan. Free striptease. Als het niet bevalt kijk je maar de andere kant op :). Blote voeten voor een optimaal contact met het bovendek. Zeil op de plank en hop, het water in. Dieper het meer op.
Het water is lekker, warm aan mijn voeten, waden door het wier. De wind is nog matig. Geduld. Windfinder schrijft ‘opbouwend tot 6’ dus als ze er 1 naast zitten, 5 is ook genoeg. Geduld. De lucht zit dicht. Geen zon. Ik hoop dat de lucht open trekt waardoor met de zon ook de wind opkomt. Het is lekker op het water. Niet zo vol als gisteren. Beachstart. Weinig drijfvermogen, balanceren. Beide voeten dicht bij elkaar net achter de mast. Balans zoeken.
De giek staat te hoog. Ik bedenk hoe ik dat kan verbeteren. Andere mastverlenger? Giek dieper in het zeil maar daar zit geen ruimte meer. Dan schiet me te binnen dat ik nog ruimte kan geven aan de top van het zeil en dat ik nog een kortere mastvoet bij me heb. Terug naar het strand.
Ik geef 10 extra centimeter aan de top waardoor ik het zeil beneden bijna perfect kan laten aansluiten op het board; een geheel. Hierdoor kan ook de giek wat lager zodat het beter voelt. Nu is het goed. Terug het water op. Ja, het klopt! Gaan. De eerste vlaag pak ik meteen. De lichte plank planeert snel aan en ik kan direct in trapeze en voetbanden. Knallen. Spelen. Een voorbode op meer.
Ik wil niet te veel energie verspillen tijdens deze vlagerige fase. Niet onnodig dobberen wat erg vermoeiend is door de enorme hoeveelheid correcties gericht op balans. Ik kies ervoor om het zeil vlak te leggen en te genieten van de omgeving. Midden op het water. Ik vind het zo fijn in het water. Rust.
Om mij heen her en der enkele surfers die zo nu en dan planeren. Sommigen nog jong en licht, beter materiaal of gewoon een board met meer volume. Ik wacht geduldig af. Mijn dag is al goed, ik heb tenslotte al geplaneerd :) en ik kijk uit naar meer en maak even een filmpje van Maris als langzaam aan de wind begint aan te trekken.
Wow, die lucht. Mariska, langzaam op tempo en achter mij, die fantastische hemel, met boogjes in de lucht en vleugels over het water. Hop hop.
Rond een uur of vier trekt de wind aan en raak ik voor het eerst in weken in een status waarbij mijn gedachten me niet langer bezwaren. Eindelijk! Verdomme.
Als de wind zo hard waait dat het zeil nog maar net te houden is dan heb je volledige aandacht nodig. Ook dan is het balanceren; het permanente veranderen van de positie op je board, de mate waarin je het zeil dichttrekt, naar voren of achter beweegt, de hoeveelheid gewicht die je in het zeil hangt, de curve van je voeten. Geweldig, het zoeken naar de optimale houding om die vervolgens met subtiele beweging te corrigeren, in-spelen op de kracht van de wind. Een optimum zoekend op elk moment. Volledige aandacht. Het kan niet anders.
Als je er niet met je volledige aandacht bij bent krijg je klappen. Dat kan op veel manieren. Vaar je te hoog dan val je stil. Heb je het zeil te dicht tegen je lichaam dan verlies je je speelruimte en val je om. Staan je voeten niet goed dan krijg je een spinout en dan, waar elke surfer bang voor is, anticipeer je niet op een vlaag of raak je uit balans, dan volgt een katapult. Je merkt het als het te laat is en je vliegt door de lucht, voor het materiaal uit. In een reflex, laat je los, armen als bescherming om je hoofd, direct. Hopen dat je zonder letsel op kunt staan. Je doet er niets aan.
Gisteren heb ik slechts een katapult moeten incasseren. Alle ledematen functioneren nog. Gelukkig. Door vermoeidheid wordt surfen gevaarlijk. Je hebt geen lichamelijke overcapaciteit om fouten te compenseren maar je weet dat het een geweldige dag is. Je wilt door. Je weet dat je zelden zo’n mooie combinatie vindt van wind, zon en water. Een dag waarbij alle elementen samen spelen en jij erbij bent. Dus, nog een keer. OK. En nog een keer. De armen lam en toch genieten. Nog een keer planeren. Nog een keer, de trapeze in en dat water over. Nog een keer. Nog een keer.
Als ik de mast op mijn kop krijg weet ik dat het klaar is. Ik vaar naar de kant, til het materiaal voldaan uit het water en loop naar de auto. Ik voel me sterk. Aftuigen. Optuigen in omgekeerde volgorde. Zeillatten los. Mastvoet los. Giek los en zo verder.
In gesprek met Mariska. Ik let even niet op en laat het zeil los. Een windvlaag neemt het over en ketst het tuig op de achterruit die in 1000 stukjes valt. Ik maak me er totaal niet druk om. Werkelijk geen enkele vorm van frustratie. Ik weet dat het voorbij is en dat ik niets kan veranderen. Ik maak een grapje: makkelijk bij het inladen :)
Why
Onderweg naar huis vraag ik mij af waarom ik zo gelaten ben? Ik heb de afgelopen jaren meer meegemaakt en steeds laat ik het over mij heen komen in een bepaalde rust. Op de moeilijke momenten ben ik gelaten en houd ik mijn rust. Ik kan er niets aan veranderen. Van hieruit vooruit. Ha, achteruit. Hmm. Voor-ruit, Achter-ruit. Vooruit, achteruit.
Surfen is in ieder geval niet zo goed voor mijn ruiten. Ik weet nog hoe ik mijn voorruit eruit ketste omdat die surfplank hoe dan ook in mijn auto moest. Ach, what the fuck, lekker gesurft.
Ik vraag me de laatste tijd af of mijn gelatenheid een tekortkoming in mijn karakter is? Ik weet het niet. Enerzijds vind ik het wel OK. Anderzijds vraag ik me af of ik wellicht te passief ben. Het is niet zo dat ik weinig doorzettingsvermogen heb? Ik heb het antwoord nog niet. Soms laat ik nu iets liggen omdat ik het nu nog niet weet. Vaak komt later dan toch een antwoord. Het heeft geen haast. Ik heb geen haast.
Mijn leven is kort, mijn leven is eindig. Waarom heb ik dan toch geen haast? Hoe kan ik zo rustig blijven terwijl ik weet dat er ooit een eind komt aan mijn beleving? Wow, beleving. Mooi woord. Beleving. Ik kan zo enorm genieten en zie nog zo veel ervaringen in het voor(r)uit (ha, daar heb je hem weer, leuk dat schrijven). Niets moet, als het maar, bij zinne, mogelijk is. Mogelijk. Natuurlijk. Ik ben, vol mogelijkheden.
En nu, ik kijk naar buiten, het waait. Ik had vandaag ook willen surfen maar zonder achterruit bij dit weer, tricky. De laatste dag van de maand, boekhouden, betalingsherinneringen en BTW aangifte. Appeltje eitje met de nieuwe software.
De laatste dag van de eerste helft, 2020, 30 juni, fuck, ik besef ineens, de overlijdensdag van mijn vader. Giacomo Natali. Ik heb niets met data. Wilde nooit data onthouden. Het leven is kort en fucking vet, al was het alleen maar om te surfen. Ti ringrazio Pappa.
NS
Hey Maris, dat was lekker gisteren! Als ik dadelijk in Griekenland zit dan kom je een weekje over. Echte golven :). Let’s do this.