Irritant
Deze week heeft iemand zich openlijk aan mij geïrriteerd. Het was echt heel lang geleden dat het zo duidelijk werd uitgesproken.
Zondag. Ik wil wandelen maar niet via de geijkte routes in onze omgeving. Ik wil de vlaktes in, ruimte ervaren, luwte voelen, het is volledig grijs en mistig, ik denk dat het mooi is op de Veluwe. Ik ga met Peet. Ik wil wandelen in de buurt van Terlet. Daar ligt een stukje uitgestrekte heide waar je verre gezichten krijgt. Alleen koffie mee hoewel we al honger hebben. Nog even niets eten. Het is er behoorlijk druk, logisch, natuurlijk, door de lockdown gaan we weer de natuur in. Gelukkig vind ik ze niet terug. Ik loop het liefst zonder de prikkeling, van mensen om mij heen, maar kan ze niet verbieden, ook te komen.
Het gebied heeft als minpunt dat het grenst aan de A50 dus in het begin is er een monotoon gezoem dat na enkele kilometers vervaagt. Deze ochtend worden we verrast door extreem motorgeluid. Aan de overkant van de snelweg ligt een motorcrossbaan. Petra baalt maar ik stoor me er niet aan. Enkele weken geleden stond ik daar met Luca omdat we samen gaan crossen. Ik krijg een enorme glimlach bij de gedachte aan, een bende energieke honden, op een lawaaierig monster, uitgelaten, het zand in duikend. Fantastisch. Enkele maanden eerder had ook ik mij mateloos geïrriteerd. Vreemd.
Het geluid houdt lang aan. We duiken het bos in waar de bomen dempen. Het is er mooi. Vochtig. Zwevend licht aldus Peet.
Ik hoor het geluid van mensen achter mij. Ik houd niet van pratende mensen en al helemaal niet achter me. Het jaagt mij op, stoort mij in mijn eigen proces. Vaak blijf ik dan staan en laat ze passeren. In dit geval zijn ze te ver weg. Ik hoor ze omdat de vrouw met ketsende wandelstokken loopt. Het is hier 100% vlak en zij loopt met wandelstokken! Ik erger me, geïrriteerd. Grappig.
Ik vraag me af waarom ik zo’n moeite heb met die stokken. Ik herinner me nog dat ik tijdens een beklimming weigerde ze te gebruiken maar dat ik een berg later niet zonder kon. Ik begrijp later die dag pas waarom. Ik wil geen hulpmiddelen. Ik wil maximaal zelf.
Een paar dagen eerder
Ik ben op kantoor in Nijmegen. In de aangrenzende kantoren werken een aantal arbeidsconsulenten, overwegend vrouwen. Ik sluit alle deuren want ik kan hun stemmen en gesprekken niet goed verdragen. Deze ochtend komt een van die vrouwen op het geluid van mijn gitaar af en ze vraagt of ik al de hele nacht bezig ben. Ik lach en pingel verder. Haar kantoor grenst aan de koffiehoek. Als ik mijn eerste koffie haal komen we in gesprek. Ze wil weten hoe ik mijn geld verdien en ik vertel haar over mijn manier van werken en dat ik zo min mogelijk telefoontjes aanneem. Ze vindt dit erg arrogant. Ik vertel haar dat ik graag lees en schrijf en dan liever niet door haar gebeld wil worden en dus geen telefoontjes aanneem. Ze begrijpt het niet.
Ze haakt in op het schrijven en vertelt me dat ze vorige week het opstel voor haar dochter heeft geschreven. Ik vraag haar waarom? Dat ze ook voor zich zelf kan schrijven als ze ervan geniet. Dat ik nooit het werk van Luca of Gio zou doen opdat ze leren zelf verantwoordelijkheid te nemen. Ze vertelt me dat haar dochter slim genoeg is en, hoo-ah, op het gymnasium zit. Ze heeft voor het opstel een 8,9 gekregen – ik breek intern bijna dubbel – waarmee ze overduidelijk zeer blij is. Ik kan me nu echt niet langer inhouden en vraag waarom ze dat belangrijk vindt.
‘Jij bent irritant.’
Geweldig, Ik was al arrogant en nu ben ik ook nog irritant, wat een heerlijk compliment, al helemaal uit de mond van deze vrouw. Het lukt haar helaas niet om echt goed te verwoorden wat ze nou zo irritant vindt als ik haar om een toelichting vraag. Ik neem dus maar aan dat mijn manier van zien niet past binnen haar plaatje. Dat mag. Ik besluit mijn koffie onder het apparaat weg te halen. ‘Een irri-tant, die moet je trekken’, zo vertel ik haar.
Is dat zo?
Ik moet er nog enkele keren aan terugdenken getuige deze tekst. Dat woord, irritant, wat betekent het? En, moet je iets dat irriteert ook werkelijk verwijderen of kun je het juist laten zitten? Daar is geen goed antwoord op te geven. Ik weet alleen dat ik moet opletten als mij iets irriteert, dan valt er iets te leren, voor mij.
NS
Deze week, ik kijk ‘El Autor’ – geen aanrader dus geen verwijzing – je moet niet schrijven voor een cijfer of de lof, je moet schrijven omdat je een schrijver bent. Waarom schrijf ik? Omdat ik er een kick van krijg zoals ik ook heerlijk kan stuiteren wanneer ik weer een gave naam, slogan, woordspeling of idee heb bedacht. Omdat ik zelf wel weet wanneer iets goed is en dat dit het enige is wat telt; wat vind ik.
NNS
Vind ik deze tekst goed? Nee, niet meer dan matig maar, ha, meer zit er vandaag niet in, hoewel er wel potentieel in zit. So it goes.