Omarm Jezelf
Ik ben vroeg wakker. Teun mist ons en woewt, stormen in zijn hoofd. En dan, heel natuurlijk, vraagt hij om aandacht. Altijd weer lekker zo ’s ochtends ergens rond 5. Ik ga naar beneden, leg mijn handen om zijn gezicht, zijn nek, rustig, adem uit in zijn gezicht, maak een monotone klank. Stuipjes, ik houd vast, hij wordt rustig en ik ga weg. Nog even terug in bed, het is er warm, kan niet meer slapen, lig op mijn rug, mijn hand op Petra’s zij.
Teun vraagt opnieuw om aandacht. Ik steek een kaars aan en leg zijn matje in de keuken. Hij gaat rustig liggen als ik een paar bladzijdes lees. Yoga. Petra wakker. Haar op weg helpen. Zware spullen uit de winkel terug in de C3 tillen. Déjà vu, daar willen we niet naar terug! Ik denk het, Petra spreekt het uit. Ze vertrekt en ik ga joggen. Het kost moeite om niet te hard te lopen. Steeds weer opnieuw wil ik versnellen maar ik merk het keer op keer. Rustig, Jogga :)
Teun uitlaten. Ik loop rustig, Teun nog rustiger. Hij heeft een hekel aan de regen, het miezert. Ik weet nu niet of hij gewoon suf is of baalt van de regen van vandaag. We lopen rustig. Ik heb mijn bril niet op, zie af en toe schimmen van mensen in het donker, genieten van de rust, weinig auto’s over de rondweg, bijna niets of niemand.
Ik ga terug naar februari, het moment dat onze overheid ons vroeg om binnen te blijven. Het was toen zo ontzettend mooi buiten, de enorme rust en waanzinnig hemels, nog nooit zo’n blauw gezien, althans, niet meer sinds mijn jeugd, kijkend uit mijn zolderraam vanuit bruin in blauw. Ik kon er goed van genieten. Nu is het grijs en miezert het. Ik geniet van de rust en de frisse lucht. Het is een andere periode, minder licht hoewel we maandag de zonnewending mogen beleven. Vanaf dan, elke dag langer licht.
Deze week herhalen we de routine van Februari, we mogen weer binnen blijven. Als ik wandel met Teun dan wordt het me duidelijk dat het anders is. Gisteren besloot ik naar kantoor in Nijmegen te rijden. Daar aangekomen spreek ik Olivier aan. Ik heb weinig contact met die man. We spelen wat balletjes over en weer, vragen ons af wat we van elkaar moeten denken. Ik besluit om zijn hoekje te kijken. Hij doet druk en maakt een vreemde opmerking. Te druk in zijn hoofd denk ik. Ik vraag hoe het is. Zonder veel woorden merk ik dat hij niet helemaal blij is. Ik vertel hem de anekdote van die ochtend: ‘Alles wel, buurman? Niet alles, wel voldoende.’ Ja, alles wel, wie wil dat nou?
Aan het eind van de dag komt Olivier in een keer bij mij om de hoek. Hij vraagt hoe ik nu omga met de situatie omdat hij zich herinnert dat ik de vorige keer zo positief bezag en beperkingen omzeilde. Ik vertel hem dat ik het nu minder makkelijk vind, niet eens zo zeer voor mij zelf maar voor anderen. Dat ik mijn best doe, dat ik probeer aandacht te geven. Ik uit mijn frustratie over het niet kunnen wintersporten en dansen in de kroeg maar reflecteer meteen. Zo veel gave dingen om te ontdekken. De gitaar ligt op tafel, ik vertel hem over de manier waarop ik me er nu in kan verliezen, ik vertel hem over de yoga en dat wat daaruit ontstaat. We kunnen zo veel wel.
Zijn vraag, onverwacht, omdat we weinig contact hebben. Hij loopt de hal door, daarna een lange tussenruimte en klopt aan, op mijn gesloten deur, voor die vraag. Hoe ga je er nu mee om Remo? Gaaf :) ha, Olivier, best goed, wij zijn mensen, flexibel, creatief, wij kunnen alles.
’s Avonds heb ik geen zin om te sporten na het eten. Als rond vijf de zon verdwijnt ga ik in ruste. We besluiten te gaan wandelen en praten over van alles. Ik vertel Petra dat ik het antwoord weet op de vraag wat ik wil. Ik wil rust. Ik wil rust, onder water, borrelen van lucht, warm water. Ik wil die rust vinden in mij zelf. Mezelf omarmen. Dat valt mooi samen. Omarmen, een belangrijk thema voor mij, al jaren bewust mee bezig. Oorspronkelijk kwam dit vanuit mijn natuur, later kapot gegaan, om weer terug te vinden, geïnspireerd door mijn vrienden in Flensburg, eerst Ulf en Mitch, later Bango en de energie in deze gehele Duitse groep van mannen. Ik probeer dit ook in mijn omgeving te ervaren, anderen omarmen en dan zeker toch jezelf!
Ben je lief voor jezelf?
Astrid vroeg mij vorige week of ik lief ben voor mijn lichaam. Ik verzorg het goed maar ben ik lief ervoor? Ik moest daar lang over nadenken. Ja, ik denk het wel. Als ik ’s nachts wakker lig dan leg ik mijn linkerhand over mijn borstbeen en mijn rechter op mijn buik. Een heerlijk gevoel. Dat is toch omarmen, liefhebben.
Omarm me, omarm me, heb dit lichaam lief.
Omarmen is meer dan de armen om jezelf of iemand leggen. Omarmen is ook opstaan en aanpakken. Jezelf goed verzorgen, in rust, voeding en beweging. Opstaan, onderzoeken en doen wat wel kan en er kan zoveel. Hop hop, let’s do this.