Onbeschikbaarheid

Ik ben met Peet en de jongens op reis door Denemarken. Een weekje op pad waarbij we de eerste drie dagen ‘een huisje’ hebben geboekt. Ook de duur is niet bepaald. We hebben tenten, slaapuitrusting en kooksetjes mee dus we zullen altijd wel ergens kunnen overnachten.

De eerste stop is Klitmöller, een plaatsje aan de kust in noord west Denemarken, waar de golven hoog zijn. Luca en Gio willen surfen in ‘Cold Hawaï’. Het huisje ligt geweldig in de natuur en heeft allerlei hoekjes en nisjes. De wind, door de dennenbomen, ruis, heerlijke geuren.

Voor cultuur en architectuur hoef je niet naar Denemarken. Alles is net zo kleurloos als de Denen zelf die op mij een erg introverte en passieve indruk maken. In de supermarkt kijken ze elkaar niet aan. Kleurloos. Wel krijg ik regelmatig een glimlach als ik ze in fantasie Deens aanspreek. Ik ben er nog niet helemaal uit wat het is. Vreemde jongens, die Denen.
Als we enkele dagen later langs de krijtrotsen van Møn zijn afgedaald zoek ik mijn toevlucht in de gefragmenteerde schaduw van een gevallen boom. Tussen mij en de zee, stromen mensen voorbij. Ik zie ze en ik zie. Ik voel een grote afstand.

Enige maanden geleden las ik L’Etranger van Camus. Ik had het al eerder gelezen, ergens in mijn jeugd. Het verhaal is absurd. Camus was een absurdist. Een filosofische stroming gekenmerkt door de overtuiging dat het leven inherent betekenisloos en irrationeel is.

Ik vertel Peet dat ik me meer en meer vervreemd voel van deze maatschappij. Een tegeltje van mijn moeder dendert door mijn hoofd: “Toen ik de mensen leerde kennen … “.

Het is 22 uur. Samen met Peet kijk ik een film die zich afspeelt op een eiland. Ik lig languit voor het scherm op de grond na een hele dag gerommel in en rondom huis.
Teo appt me met een vraag. Hij zit zelf op dit moment in Argentinië. Hij schrijft dat een van zijn vrienden na middernacht in Arnhem aankomt en geen slaapplaats heeft. Door vertragingen bij de Duitste Bahn lukt het hem niet om nog in Amsterdam te komen waar hij studeert. Of het mogelijk is dat hij bij ons overnacht. Kort na middernacht pik ik Lukas op in Arnhem Centrum achter het station. Lukas – from Germany – studeert sociologie aan de UVA, de faculteit waaraan ook ik studeerde. Ik had zijn bed al opgemaakt en een trosje druiven en een banaantje klaargezet. Hij is helemaal gelukkig. Omdat het al laat is houden we het kort. Vanochtend dronken we samen koffie en heb ik hem op pannenkoekjes getrakteerd. We raken aan de praat.

Teo heeft tot vorige week bij ons gewoond. Nu woont hij in Amsterdam. Hij is een bijzondere jongen. Goed ontwikkeld, cultureel, literair en muzikaal. Enige maanden geleden hadden we een korte clash waarna ik tijdens een mooie wandeling onze hospita-overeenkomst verbreek en hem probeer uit te leggen waarom. Ik ben benieuwd hoe hij hierop reageert. Problemen blijven uit. In de daarop volgende weken spreken we elkaar af en toe. Hij tipt me op ‘Steppenwolf‘ van Max von Sydow. Films van Igmar Bergman, Tarkovsky, Robert Besson en Andreotti. Teo is anders.

Lukas had als back-up een hangmat mee, maar is blij dat hij bij ons kan slapen en ontbijten. We praten over zijn vakgebied en het toeval dat ook Gio die richting op gaat. Over de uitdagingen van onze samenleving en de invloed op het individu. Net voordat ik hem op het station afzet tipt hij mij op het boek ‘Unverfugbarkeit‘ van Hartmut Rosa; “Ein Kritischer Blik auf unsere Erwartungshaltung.” Ik lees me in.
“Resonanz lässt sich weder planen noch akkumulieren.
” Het blijkt dat ik de Nederlandse vertaling – Onbeschikbaarheid – in mijn bibliotheek heb.

Ik ben blij om zo ongepland mensen, jongeren tegen te komen. Jongeren die anders in de wereld staan dan zoals dat voor mij gewoon is. Anders dan de mensen die ik in de regel om mij heen heb. Hoopvol.

Ooit studeerde ik sociologie. Onbewust, gedachteloos. Tijdverdrijf op weg naar een diploma, een vermeende carrière. Pas nu, zo veel jaren later, zie ik de waarde en het belang van dit vak. De enorme krachten die inwerken op het individu.
Onze regering is erop gefixeerd alles te beheersen, alles te controleren op weg naar totaal geluk; Verfügbarkeit. Het tegendeel wordt bereikt. Nog nooit eerder waren zoveel mensen depressief en massaal aan de Prozac. Overal, de koppen omlaag, in het scherm gedoken. Minder contact, weinig ruimte voor spontaniteit en ongepland leven. Meer inperking en controle.

“Was and will make me ill. I take a gramme and only am.”

Aldous Huxley – Brave New World
?

We hebben de jongens mee op reis genomen. Een ongeplande trip. We laten het ontstaan en passen ons aan. Net als toen, kort na Petra’s ziekte, eiland ‘hoppend’ door Griekenland. De jongens vonden het fantastisch. Daar waar mogelijk moet er ruimte worden gelaten voor het ‘onbeschikbare’, omdat dit de enige manier is om de resonantie te ervaren, die ons goed doet.

Betekenisloos?

Waar kom ik vandaan? Waar ga ik naartoe? Dat zijn vragen maar, zal ik, nu ik er toch ben, er maar het beste van maken :)

Ima wa ima.

NS
Ik lees Nescio. “De Uitvreter” en zo voort. Zijn vier belangrijkste werken. Oude literatuur. Als ik de eerste pagina’s en frustraties – taalgebruik – achter me laat grijpt het verhaal me. Het is grappig. Ik kocht dit boekje tweedehands in Amsterdam, toen ik vorig jaar met Giovanni naar onze faculteit liepen. In het overdekte straatje naar het gebouw toe stalden tweedehandse boekverkopers hun boeken uit. Ik kocht in minder dan 5 minuten achtereenvolgens ‘Het Nut van Sprookjes’, ‘Gesprekken met Kafka’ en de gebundelde werken van Nescio. Stuk voor stuk gave boeken hoewel ik wel van Giovanni moet accepteren dat hij me uitlacht om mijn Kafka momentjes :)

Het is grappig om een boek te lezen dat al eens voorgelezen is. Maar het wordt pas echt leuk als de voorlezer, net als ik, annoteert. In dit geval heeft hij – of zij – een lange zin omkadert, die ik dus met extra aandacht lees.