Over fietsen en fietsers
Een maand geleden heb ik me aangesloten bij een groepje wielrenners; mannen van middelbare leeftijd met veel humor en overgewicht, en natuurlijk ultra lichte fietsjes.
Ikzelf heb altijd moeite om ’te beginnen’ maar als ik afspreek dan kom ik altijd opdagen; afspraak is afspraak. Door mij te verbinden met een clubje kom ik i.i.g. aan mijn 6 uur duursport per week.
Ik heb de afgelopen maand geleerd dat je zelfs uit wielrennen, wat ik persoonlijk de grootste kutsport na voetbal vind, levenslessen kunt, uh, trappen. Ik hoor Pascal E. uit R. altijd roepen ‘jij kunt niet fietsen’ met een uitroepteken en inderdaad, mijn lichaam heeft niet bepaald een explosieve signatuur. Maar wat Pascal vergeet is dat ik extreem gedreven ben wanneer ik mijn concurrentie duidelijk in het zicht en voor me heb. Dus, PE, dat valt best wel mee merk ik nu, na 5 keer fietsen.
Gisteren heb ik samen met een maatje een rondje richting Milsbeek gefietst met een paar kleine klimmetjes en terwijl ik bij Leon in het wiel hing werd ik mij ergens van bewust. Als je een heuveltje krijgt moet je juist aanzetten. Geen gat laten vallen maar pijn leiden wetende dat er een eind aan die heuvel komt. Als je niet inhaakt zul je alleen maar meer pijn leiden. En voor mij persoonlijk, als veruit de meest onbevreesde afdaler, komt daarna mijn moment om te shinen want deze state of mind is moeilijk te trainen. Simpele spiermassa wel.
PE: nog bedankt voor die Canondale, ook na 20 jaar doet hij het nog uitstekend en geen reden voor vervanging behoudens de remblokjes ..