Sapore di Sale
Gisteren vierden we de verjaardag van Gio. Voor mij 500 km rijden waarvan de helft met Mama en Toos. Veel kilometers op een dag en ik vind het heerlijk. Het is een wezenlijke dag. Vandaag ga ik mijn schulden inlossen. Als de dag bijna achter de rug is crash ik in bij de vrienden die ons vorig jaar hebben geholpen.
15 maanden geleden reed ik hier ook. Ik voelde me slecht. Op weg naar vrienden voor hulp. Uitleg gevend en vragen, iets waarvan ik me niet kan herinneren dat ik dat eerder had gedaan. Vragen om hulp om zo ‘het huis‘ te behouden.
Iets vasthouden zit niet in me. Ik wil niet bezitten maar ik weet dat het huis een basis is voor Luca en Gio. Dat het ze er goed gaat. Ik weet dat Petra er graag is en ik doe het voor hen en dus ook voor mijzelf. Het was voor mij altijd heerlijk om in Swalmen thuis komen, in dat oude huis waar zo veel gebeurd is. Ik wil dat ook voor de jongens. Dus ik vroeg om hulp.
Ik kom bij Robert. Het voelt altijd zo goed bij die jongen. Ik voel me altijd zo bijzonder in zijn buurt. Ik zie in zijn ogen een enorme helderheid, een wil om te genieten en we worden altijd vrolijk van elkaar. Hij hielp ons vorig jaar en zette toen de opmerking: ‘That’s what friends are for‘. Hij wist toen nog niet hoeveel deze opmerking voor mij betekende. Zijn kinderen komen nog even buiten, ik speel met ze :) en neem ze mee surfen binnenkort.
Daarna reis ik door naar Roger. Het is al laat en hij maakt koffie voor me. Samen met Cecile en Bo zitten we buiten. We vertellen gave verhalen over onze tijd samen en Bo ligt in een deuk van het lachen. Ik leer hem mijn speciale Coronagroet. ‘Living on the Edge’.
Marcel neemt niet op. Morgen. Voor Kitty is het al te laat en ik rijd rustig terug naar Arnhem. Dik bepakte hemels voor me en in de verte licht, in flarden door het wolkendek. Mooi. Ik ben me ervan bewust hoe ik hier precies 15 maanden geleden reed. Wat er toen door mij heen ging.
De hele reis draai ik een gave mix van oude muziek in de talen die ik spreek. Natuurlijk luister ik Califano en ik denk aan Gino Paoli, 17 jaar geleden. Het dansen met Luca, in mijn armen, aan mijn borst, voor het grote raam, als hij nog maar net geboren is. Wat heb ik die jongen met een bende emoties opgezadeld, dansend voor het raam. Het contrast op dat moment gewoon te groot. Zijn geboorte, zelf vader worden en enkele maanden later, de dood van David en Pappa. En wat hebben wij het fucking goed gedaan Peet. Wat is hij mooi geworden.
Kort voor de geboorte van Luca kreeg ik van Anna Rita een CD box van Gino Paoli. Ik kende zijn muziek nog niet ondanks de overdaad aan Italiaanse schlagers a Casa Natali. Ik draai die CD’s het eerste jaar grijs. En gisteravond, opeens, kort nadat ik er aan denk, de eerste noten van Sapore di Sale. Wat valt het soms toch mooi in elkaar.
Sapore, wat een mooi woord. Sapore di Sale, de smaak van zout. De smaak van de zee.