Twee matrassen
Een deken.
Vanochtend schrik ik vroeg wakker. Teun die huilt, hij voelt zich de laatste dagen niet zo goed. Weinig energie. Blijft veel liggen op zijn matje. Ik knuffel hem lang. Net als ik dit schrijf loopt hij in een keer door de keuken :)
Het is vannacht, kort na 3, ik ga naar beneden en knuffel Teun. Terug boven duik ik onder de deken. Halfslaap. Ik kan niet kiezen hoe ik – buik – slapen – rug – denken – wil liggen en maak er dus een wisseling van. Beiden voelen niet goed maar ik heb ook geen zin om het bed uit te gaan. Het is nog zo vroeg.
Ik lig op mijn rug, naast mij Peet. Twee matrassen en een spleet. Ik vind die spleet fijn. Net twee eilanden verbonden door een deken. Vaak leg ik mijn hand halfweg wachtend tot Peet het voelt. Ik ben blij met die spleet, ik kan er heerlijk mijn voet in stoppen of mijn knie of allebei, als ik slapen wil, zo op mijn buik. Dan klem ik ze lekker weg. Soms ook mijn hand en zo nu en dan mijn neus, maar dat hoogst zelden :)
Er zijn mensen die niet houden van zo’n spleet. Daar is dan een soort van hulpstuk voor, de spleetopvuller of wat de naam ook moge zijn.
Als ik zo in halfslaap ben krijg ik vaak de mooiste ideeën. Ik schrijf ze ’s nachts nooit weg en weet dat ik ze in de ochtend vaak verlies; die mooie zin, die aanvulling op een eerder geschreven tekst of dat nieuw concept. Ik weet vaak de basisgedachte nog wel maar onvoldoende voor een tekst. Soms baal ik dan enorm maar ik wil toch echt niet ’s nachts gaan schrijven. Ik vertrouw er dus maar op dat het later wel weer boven drijft, als het echt zo goed is als dat ik denk.
NS
Matraswig, lekker belangrijk.
NNS
Gisteren nog, ik vind een uitbreiding op ‘Alles is liefde’ en ‘Liefde is Alles’. Ik schrijf het ’s ochtends weg maar bewaar, heel dom, de tekst niet. Idee weg. Ik baalde daar echt enorm van. Vanochtend lees ik ‘Omnia vincet amor‘ en de wisseltruc ‘Omnia vicerant amorem’. Liefde overwint alles* vs. ‘alles overwint liefde’. Zo grappig, dat jongleren met woorden. Het geeft zo veel nieuwe perspectieven als opmaat tot een gesprek of tekst.
*Alles, wat mogelijk is, op een moment.
“Dan zou je namelijk geen keus hebben gehad, dan moest je ook als een heel mens in het hier en nu leven en ik denk dat je meer dan genoeg aardse liefde had gehad om met mij en anderen te delen.”
Citaat uit Vita Brevis van Gaarder.
Ik lees, Vita Brevis, heel langzaam, de laatste weken, zo nu en dan, enkele pagina’s; tijd genoeg. Zo ook vanochtend. Het is de vertaling van een brief geschreven door een vrouw die net als ik, speelt met woord-volgorde. Zo onvoorstelbaar, mooi om te lezen, van een ander, in een ver verleden en een boodschap die ik zo goed begrijp door de intensiteit van haar woorden, alsof het vandaag geschreven is. Ik weet dat mijn verloren idee verband houdt met deze zin.
NNNS
Ik had het boek en ben het verloren. Enkele maanden geleden kocht ik het opnieuw. Dat doe ik vaker. Op mijn reis door Polen neem ik het mee. De eerste avond lees ik enkele pagina’s. Ik schrik, verbaas me over de inhoud en de enorme scherpte. Net als ooit.
De volgende dag, aan het eind van een rode draad door Stetin, zie ik opeens een binnenplaats. Binnenplaatsen hebben vaak een mooie rust binnen de dynamiek van een stad. Ik houd van binnenplaatsen, waar rust en energie zo dicht naast elkaar liggen. Ik loop, door de poort, naar binnen. Oscar volgt, op afstand, en loopt achter mij langs, richting een gang, in de verte. Ik volg. Ik hoor muziek en kom uit op een aansluitende binnenplaats. Mooie mensen, een bruidspaar poseert, en, geheel aan de overkant, hoog op de gevel, een fantastische zonnewijzer. Ik schrik. Laat het Oscar zien. Wil het beeld vangen en toch eigenlijk, ook weer niet, ik probeer het toch hoewel ik op voorhand weet dat daar visueel gezien vanuit mijn perspectief niets van te maken valt. Maar nu dan toch, tekstueel.
Ik ga zitten op het stoepje, bekijk Oscar, het trouwpaar, de gasten, de fotograaf, het jongetje, dat kleine jongetje. Ik overweeg er naar toe te lopen, te feliciteren maar heb toch te veel moeite met het concept van ’tot de dood ons, schijt’. Ik doe het niet. Ik laat ze, kijk en geniet. Huntijd. Dit moment is goed, zo het schijnt. Later? Niet belangrijk.
NNNNS
Ik vraag me af hoe laat het was, op dat moment, ergens in de loop van die mooie dag in Stetin. Als ik zojuist de foto goed bekijk zie ik dat de zonnewijzer defect is. Logisch.
NNNNNS
Ik ga wandelen. Ook vandaag schijnt de zon. Net als bijna 18 jaar geleden als Luca bij ons komt. Ik wil hem schrijven, die jongen, die uiterlijk zo weinig op mij lijkt. Wat ga ik schrijven? Wat heb ik te vertellen? Nog geen een idee. Altijd weer alles, alles op het laatste moment. Ik vertrouw erop dat ook nu wel woorden komen. Morgen.
NNNNNNS
Wow, van twee matrassen en schijt tot 18 jaar.