Woorden-schijnlijk
Vanochtend heb ik eindelijk weer yoga gedaan na een onderbreking van 3 weken. 3 volle weken, onderbroken nachten en een ander dan mijn eigen ritme. Veel mensen geholpen in die tijd en mijn eigen besognes erbij. Te veel denken. Weinig gelezen, weinig geschreven, weinig muziek. Veel gezien. Voor later.
Vannacht heb ik goed geslapen. Eindelijk sta ik weer om 6 uur op. Yoga met Kiran :) Mijn lichaam is stijf, 3 kilo aangekomen, slap en kleine haperingen. Gewoon beginnen. Geen doel behalve dan het doen. Vandaag een les met veel grondoefeningen. Aan het eind, de zachte ogen van Kiran. Ik zie ze en ben me bewust van haar vriendelijkheid. Dat het mooi is om te zien.
Ik ben onderweg naar Nijmegen. Het is mooi buiten. Ogen passeren mijn gedachten. Hoeveel ogen heb ik gezien? Dui-zen-den! Hoeveel ogen heb ik echt gezien? Echt, echt, echt gezien? Kan ik de ogen van David en mijn vader nog voor mij halen? Zo moeilijk. Ja, ik heb nog foto’s, via scherm of papier. Ik kan niet met de ogen spelen, behalve dan in gedachten. Ik wil spelen. En vandaag, heb ik de rust om mensen echt te zien? Maak ik nog echt contact? In mijn dagelijkse gesprekken, leiden woorden af, en zie ik niet.
In mijn ideale wereld zijn woorden niet nodig.
Ik houd van taal, van woorden, van zinnen, van ideeën die we in woorden proberen uit te drukken maar ik zie ook de beperkingen. Verkeerde interpretaties, communicatiestoringen, misvattingen of te snel uitgesproken.
Woorden zijn mooi als ik schrijf voor mezelf, schrijf voor me zelf. Schrijf voor mezelf. Schrijf voor mezelf Dan helpen mijn woorden mij mijzelf te begrijpen of ontwikkelen. En toch, lees ik graag, van anderen.
NS
Sinds een paar dagen lees ik Plato’s Symposium en Phaedrus. Die laatste dialoog valt mooi samen met het boek van Pirsig. Zo gaaf, hoe alles aan elkaar verbonden is. Grote glimlach op mijn gezicht. Wow.